Hoe vaak komt het voor?
Het aantal is fors gedaald over de laatste 50 jaar met nu een jaarlijks voorkomen van 10-20 per 100.000 mannen en 5-10 per 100.000 vrouwen.
Wat zijn de risicofaktoren?
- Helicobacter Pylori (= bacterie in de maag): risico X 2.
- Atrofische gastritis +/- intestinale metaplasie: < 10% zal maagkanker ontwikkelen, zeker bij Vit B12-tekort (“perniciosa”) is risico X 3 (bepaalde studies tot X 18).
- Maagzweer: risico X 1.8.
- Na maagoperatie: risico X 1.5 à 3 (zeker 15-20 jaar na Billroth II-operaties).
- Adenomateuze maagpoliepen: sterk verhoogd risico (zeker zo > 2 cm diameter).
- Familiale Adenomateuze polyposis (vooral duodenale poliepen).
- Familial diffuse gastric cancer.
- Barrett-oesofagitis: risico op slokdarmkanker (distaal) of maagkanker (proximaal) bedraagt 0.2 à 2 % per jaar.
- Hypertrofische gastritis (Ménétrier).
- Andere faktoren:
- Bloedgroep A
- Familiaal voorkomen van maagkanker
- Onvoldoende inname van fruit en groenten
- Roken
- Alcohol
- Overgewicht
Hoe wordt de diagnose gesteld
- Gastroscopie (maagonderzoek).
- Verdere onderzoeken zijn: CT scan van de buik, CT scan van de longen, echo-endoscopie van de maag, PET scan, bloedname met mogelijke tumormerkers.
Welke behandeling?
Geheel conform de recente wetgeving met betrekking tot het Zorgprogramma Oncologie wordt elke oncologische patiënt multidisciplinair besproken (MOC).
- Chirurgie (= operatie) is de hoeksteen van een genezende behandeling. Verschillende operaties zijn mogelijk (volledige wegname van de maag of slechts deels met behouden van ofwel bovenste deel ofwel onderste deel van de maag).
- Om een goed resultaat te bekomen, wordt bij bepaalde gevallen voor en/of na de operatie chemotherapie toegepast. Ook kan na de operatie een combinatie van chemotherapie en bestraling aangeraden worden.
- Bij uitzaaiïngen, kan chemotherapie de letsels stabiliseren. Om inname van voedsel te verzekeren, kan een operatie gebeuren of een stent geplaatst worden (= buisje in de maag om deze open te houden).