Het prikkelbaar darmsyndroom

Ook ‘spastisch colon’ of ‘irritable bowel syndroom’
 
Patiënteninformatie

Vaak hebben patiënten last van krampachtige buikpijn, flatulentie (gas in de darmen en darmrommelingen), opzetting van de buik en wisselende stoelgang. Deze symptomen kunnen weinig uitgesproken zijn, doch soms ook zeer ernstige ongemakken voor de patiënt veroorzaken. Deze klachten zijn vaak een gevolg van een ‘overprikkelbaar darmsyndroom’. Dit is geen ziekte doch eerder een subjectief hinderlijke probleem. Het zal nooit rechtsreeks leiden tot ernstige aandoeningen of kanker.

Er is nooit een duidelijke oorzaak gevonden. We weten dat de bewegingen en het gevoel van de darm gecontroleerd worden door zenuwen en hormonen: daarom lijkt het waarschijnlijk dat hier de oorzaak dient gezocht. Men noemt het een functionele ziekte: dit wil zeggen dat de darm als orgaan normaal voorkomt, maar dat de functie stoornissen vertoont. De dikke darm van zulke patiënt is gevoeliger en reageert heviger dan bij andere mensen. Daarom ook wordt stress vaak aangehaald als één van de vele factoren die het overprikkelbaar darmsyndroom beïnvloeden.

Krampachtige buikpijn en/of flatulentie (gas in de darmen) en/of opgezette buik en/of verandering van het stoelgangspatroon zijn de typische klachten. Deze verandering van het stoelgangspatroon kan constipatie (moeilijke stoelgang) zijn, of soms eerder diarree, terwijl anderen dan weer wisselend diarree en constipatie kunnen hebben. Soms is er ook veel slijm bij de stoelgang. De klachten komen vaak wisselend voor in ernst en frequentie (soms licht, dan weer ernstig en sommige dagen of weken wél, dan weer dagen of weken niets).

Men dient echter steeds te letten op de alarmsyptomen:

  • bloed in de stoelgang
  • onverklaarde buikpijn
  • onverklaarde vermagering
  • onverklaarde verandering van het stoelgangspatroon

Er bestaat geen enkel onderzoek om de diagnose van overprikkelbaar darmsyndroom te bevestigen. Daarom zijn een aantal onderzoekingen nodig om andere ziektebeelden uit te sluiten. Uw arts zal een bloedname doen, eventueel een echografie van de buik, een stoelgangsonderzoek en meestal ook een darmonderzoek (coloscopie) om kanker, poliepen of ontstekingen uit te sluiten.

Gezien de oorzaak van het syndroom niet gekend is, bestaat er geen gouden standaard als behandeling.

Wel kunnen volgende maatregelen voorgesteld worden:

  1. Vooreerst dient de patiënt overtuigd dat er géén organische ziekte is en dat er ook géén risico op kanker bestaat. Geruststelling zal de klachten niet doen verdwijnen, maar zal wel de zorgen die u zich maakt (omtrent de klachten) verminderen.
  2. Anderzijds kunnen een aantal dieetmaatregelen de klachten ook vaak verbeteren. 
    Te vermijden (dwz verminderen en zelfs stoppen op dagen van veel last): vettige voeding, grote maaltijden, chocolade, alcohol en melkprodukten, gezien deze de klachten versterken. Ook ajuinen, bonen, kolen en peulvruchten worden best vermeden. 
    Beter: is het een gezonde, evenwichtige en vooral vezelrijke voeding in te nemen in frequente, kleine maaltijden. Vezelrijke voeding betekent: fruit, rauwkost, groenten, bruin brood.
  3. Voor patiënten met vooral diarree als hoofdklacht bij spastisch colon, kan het volgen van een low FODMAP dieet zeker een meerwaarde bieden.  Dit dieet kan teruggevonden worden op onze website, doch dient evenwel steeds door een voedingsdeskundige (diëtiste) begeleid te worden.
  4. Er bestaan een aantal geneesmiddelen die de spasmen van de darm verminderen (‘spasmolytica’, zoals Spasmomen, Duspatalin of Spasmine). Ook is er een ander soort geneesmiddelen (meestal behoren deze tot de groep van de ‘antidepressiva’), die hebben aangetoond dat deze de gevoeligheid en de bewegingen van de darm verminderen. Deze medicatie kan steeds in samenspraak met uw arts opgestart worden en heeft geen neveneffekten.
  5. Ook probiotica ('goede' bacteriën) kunnen een gunstig effect hebben door ondersteuning van de darmflora.

Naast een goede geneeskundige begeleiding zijn een goede mentale begeleiding en vooral geruststelling essentieel.

Met vragen kan u steeds terecht op het nummer: 03/880.91.84.