Slokdarmkanker en Barrett-oesofagitis

Hoe vaak komt dit voor en welke zijn de risicofaktoren?

Over het algemeen zijn roken en alcohol drinken de grootste risicofaktoren op het ontstaan van klassieke slokdarmkanker. Slokdarmkanker komt vrij zelden voor: in de westerse wereld gemiddeld 3 à 5 per 100.000.

Vele mensen hebben echter ook een Barrett-oesofagitis, welke een sterk verhoogd risico geeft op het ontstaan van slokdarmkanker. Bij deze mensen kan een preventief follow-up programma gebeuren om er, bij het ontstaan van kwaadaardige tekens, vroeg genoeg bij te zijn.

Hoe wordt de diagnose gesteld? 

Gastroscopie mét biopsiename.

Wat is Barrett-oesofagitis?

Hoe en bij wie ontstaat Barrett-oesofagitis?

Het slijmvlies van de slokdarm sterft af door het langdurig blootgesteld zijn aan maagzuur en door ontsteking door zure reflux van uit de maag. Het wordt dan vervangen door een ander type cellen, dat beter deze zure aantasting verdraagt (= intestinale metaplasie).

Hoe vaak komt een Barrett-oesofagitis voor?

Wisselend van 5 tot 15% bij mensen mét klachten van reflux (“zuur”) tot slechts 0.5 à 5% bij mensen zonder de typische klachten van reflux.

Hoe groot is het risico op slokdarmkanker bij Barrett-oesofagitis?

Risico is ongeveer 30 keer verhoogd, wat overeenkomt met ongeveer 1% risico op slokdarmkanker per jaar.

Er ontstaat 1 slokdarmkanker per 200 patiëntjaren en 1 hooggradige intra-epitheliale neoplasie per 250 patiëntjaren.

Wat te doen bij Barrett-oesofagitis?

  • In ieder geval goed de voorgestelde medicatie innemen om verdere prikkeling en aantasting van de slokdarm te verlijden. 
  • Na de eerste vaststelling van Barrett dient, bij geruststellende biopsies, de eerste keer na 1 jaar en nadien om de 3 jaar een controle gastroscopie met biopsiename te gebeuren. 
  • Meer problematisch wordt het bij het vaststellen van “beginnende tekens van kwaadaardigheid”: 
    • Indefinite for Intra-Epithelial Neoplasie (IEN): = onzekere microscopische bevindingen; best controle biopsies op korte termijn; kan nog volledig ‘loos alarm’ zijn. 
    • Laaggradige IEN: = eerste stap in evolutie naar kwaadaardigheid; best controle biopsies na 4-6 maanden. Kan nog terug naar ‘normale’ microscopische bevindingen evolueren.
    • Hooggradige IEN: = laatste stadium voor ontstaan van kwaadaardigheid; hierbij wordt niet verder afgewacht. De diagnose dient bevestigd te worden door een expert-patholoog-anatoom en patient zal meestal een invasieve endoscopische behandeling krijgen: in funktie van ernst, uitgebreidheid en aanwezigheid van focale letsels, kan dit een Endoscopische Mucosale Resectie (kortweg EMR) zijn, al dan niet in combinatie met een ablatie van het eventueel resterend afwijkend epitheel. 

Behandeling van Barrett-oesofagitis en slokdarmkanker:

Geheel conform de recente wetgeving met betrekking tot het Zorgprogramma Oncologie wordt elke oncologische patiënt multidisciplinair besproken (MOC). Verdere diagnostiek gebeurt in eerste instantie met een HD gastroscoop met NBI-funktie (High Definition + Narrow band Imaging) (is beschikbaar op onze endoscopische dienst van AZ Heilige familie) en echo-endoscopie (EUS) voor staging.

  • zo het een beperkte zone van Barrett betreft en nog geen echte “kanker”, kan een Endoscopische Mucosale resectie (EMR) uitgevoerd worden: het betreft hier het “afsnijden” van de ganse dikte van het slijmvlies van de slokdarm tijdens een gastroscopie. 
  • Indien de zone van Barrett-oesofagitis groot is (>3 cm) en zeker bij echte slokdarmkanker, zal een operatie overwogen worden (meestal wordt een groot deel van de slokdarm weggenomen en de maag aan het begin van de slokdarm in de borstkas aangehecht). 
  • Bestraling van een slokdarmkanker kan ook overwogen worden. 
  • Bij uitgebreide ziekte, kan voor en/of na de operatie een behandeling met chemotherapie en/of bestraling uitgevoerd worden. 
  • Indien de slokdarmvernauwing voedselinname bemoeilijkt, kan een stent geplaatst worden om voedselinname te verzekeren